In dit financieel perspectief wordt de uitkomst van de begroting 2021 en de meerjarenraming 2022 – 2024 behandeld. Allereerst geven wij het totaaloverzicht van het meerjarenperspectief 2021 – 2024. In het verlengde daarvan zullen wij een inhoudelijke toelichting geven. Tevens wordt aandacht besteed aan de standen en het verloop van de reserves en de voorzieningen. De berekeningen zijn gebaseerd op de geactualiseerde kerngegevens, waarvan u aan het einde van dit hoofdstuk een overzicht aantreft.
Meerjarige financiële ontwikkeling 2021 - 2024
Financiële ontwikkelingen na vaststelling perspectiefnota 2021
De door de raad vastgestelde kaders en uitgangspunten zijn de basis voor de opstelling van de begroting. Deze kaders zijn opgenomen in de perspectiefnota 2021 waarover de raad op 9 juli 2020 het volgende heeft besloten:
De raad heeft op 9 juli 2020 het volgende besloten:
1. De Perspectiefnota 2021 (ten tijde van de coronacrisis) vast te stellen en daarmee:
a. als gevolg van COVID-19 een ander proces, in tegenstelling tot wat te doen
gebruikelijk is, te doorlopen in aanloop naar de begroting 2021;
b. de financiële effecten van de perspectiefnota 2021 (§ 5.3 en § 5.5) te verwerken in
de begroting 2021 en de meerjarenbegroting 2022-2024;
c. de begrotingsrichtlijnen 2021 vast te stellen.
2. De Voortgangsrapportage Collegeprogramma 2018-2022 “Duurzaam, Ondernemend en
Dichtbij!” voor kennisgeving aan te nemen.
De uitkomst van de Meerjarenbegroting 2021-2024 is als volgt:
bedragen x € 1.000 | ||||
Omschrijving | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|
Totaal saldo van baten en lasten | -/- 1.589 | -/- 881 | -/-660 | 24 |
Mutaties reserves | 1.827 | 1.441 | 292 | 157 |
Geraamd resultaat | 238 | 560 | -368 | 181 |
In onderstaande tabel worden de begrotingssaldi na resultaatbestemming voor de begroting 2020
en de ramingen voor de jaren 2021 tot en met 2023 gepresenteerd. De financiële ontwikkelingen na de vaststelling van de perspectiefnota 2020 zijn hier, anders dan in het bestuurlijk perspectief, op een meer technische wijze geanalyseerd.
Meerjarenbegroting 2021 – 2024
bedragen x € 1.000 | ||||
Omschrijving | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|
Prognose obv perspectiefnota 2020 | 50 | 300 | -550 | 100 |
Financiële ontwikkelingen na de vaststelling van de perspectiefnota 2020: | ||||
- Doorrekening kerngegevens (prijs x hoeveelheid) | 18 | 18 | 18 | 46 |
- Opbouw begroting/ overige(inclusief afrondingen) | 170 | 242 | 164 | 35 |
Uitkomst Financiële ontwikkelingen na de vaststelling van de perspectiefnota 2020 | 188 | 260 | 182 | 81 |
Begrotingssaldo ( gerealiseerd resultaat) | 238 | 560 | -368 | 181 |
Doorrekening kerngegevens (prijs x hoeveelheid)
Dit betreft de aanpassing op de leges burgerzaken (paspoorten, rijbewijzen) op basis van geactualiseerde hoeveelheden x prijs.
Opbouw begroting/ overige (inclusief afrondingen)
Hier betreft het o.a. budgetaanpassingen, welke ontstaan door actualisatie van de staat van investeringen met de daaruit voortvloeiende gewijzigde rente- en afschrijvingslasten, actualisatie van de kosten financiering op basis van aangetrokken leningen en gewijzigde rente- en afschrijvingslasten. Vanaf 2021 is dit een groot positief bedrag omdat hier begroot wordt op basis van huidige marktrente(0,5%). Wel wordt rekening gehouden met een extra risico opslag van 0,2%.
Reserves en voorzieningen 2021 - 2024
Prognose omvang vrije algemene reserve
bedragen x € 1.000
Omschrijving | Bedrag |
---|---|
Stand per 1 januari 2020 | 2.650 |
Mutaties: | |
Jaarrekeningresultaat 2019 | 264 |
Stand per 1 januari 2021 | 2.914 |
Mutaties: | |
Begrotingssaldo 2020 na 1e Bestuursrapportage 2020 | 921 |
Stand per 1 januari 2022 | 3.835 |
Mutaties: | |
Begrotingssaldo 2021 | 238 |
Stand per 1 januari 2023 | 4.073 |
Mutaties: | |
Begrotingssaldo 2022 | 560 |
Stand per 1 januari 2024 | 4.633 |
Mutaties: | |
Begrotingssaldo 2023 | -/-368 |
Stand per 1 januari 2025 | 4.265 |
Mutaties: | |
Begrotingssaldo 2024 | 181 |
Stand per 1 januari 2026 | 4.446 |
Na aanleiding van opmerkingen uit de raad is er voor gekozen om in onderstaand overzicht de stortingen en onttrekkingen specifieker per reserve te benoemen.
De in de begroting 2021 opgenomen mutaties in de reserves zijn als volgt samengesteld:
Mutaties reserves
(Geprognosticeerde) standen reserves* en voorzieningen per 1 januari (peildatum begroting)
bedragen x € 1.000 | ||||
Omschrijving | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|
Vrije algemene reserve | 2.914 | 2.914 | 2.914 | 2.914 |
Beklemde algemene vrije reserve | 19.062 | 17.976 | 16.831 | 16.831 |
Concernweerstandsvermogen grondexploitaties | 4.618 | 4.618 | 4.618 | 4.618 |
Bestemmingsreserves algemene dienst* | 14.066 | 13.301 | 13.005 | 12.713 |
Voorzieningen algemene dienst | 7.861 | 7.757 | 7.461 | 7.859 |
Voorzieningen grondexploitatie | 1.818 | 1.818 | 1.818 | 1.818 |
Totaal begroting exclusief saldo 2020 en volgende jaren | 50.339 | 48.384 | 46.647 | 46.753 |
Saldo begroting 2020 na 1ste Berap 2020 | 921 | 921 | 921 | |
Saldo begroting 2021 jaarsnede 2021 | 238 | 238 | ||
Saldo begroting 2021 jaarsnede 2022 | 560 | |||
Totaal begroting | 51.923 | 49.305 | 47.806 | 48.472 |
*Er is nog geen bestedingsplan verwerkt van de middelen, beschikbaar gesteld via een reserve voor de invoering van de nieuwe omgevingswet.
Voorgenomen investeringen 2021 - 2024
Conform de regelgeving van het BBV dient er in een begroting aandacht te worden besteed aan de Investeringen. In de financiële verordening is daarover opgenomen dat van de nieuwe investeringen het benodigde krediet wordt opgenomen en van de vervangingsinvesteringen een totaalbedrag. Voor 2021 zijn de volgende investeringen voorzien:
Vervangingsinvesteringen bedrijfsmiddelen € 1.467.694 | Termijn | Methode | ||
Hijskraan | 64.663 | 6 | Lineair | |
---|---|---|---|---|
| 50.900 | 11 | Lineair | |
New Holland TND75 tractor | 104.854 | 11 | Lineair | |
Archiefstellingen kluis (full space stelling) + uitbreiding 2007 | 27.351 | 21 | Lineair | |
Desktops | 610.800 | 5 | Lineair | |
ICT 1ste fase 2011 | 152.700 | 5 | Lineair | |
Telefooncentrale | 203.600 | 11 | Lineair | |
Surfaces en gsm's | 108.181 | 3 | Lineair | |
Software Informatiseringplan | 79.132 | 6 | Lineair | |
Vastgoedinformatie Uitvoering Beleidsplan(GIS internet) | 17.114 | 6 | Lineair | |
Invoering BGT | 44.212 | 6 | Lineair | |
| 4.187 | 6 | Lineair |
Vervangingsinvesteringen velden € 93.116 | Termijn | Methode | ||
Sportpark Blokhoven: Veld 3 normaal gras | 39.907 | 15 | Lineair | |
---|---|---|---|---|
| 53.209 | 15 | Lineair |
Investeringen uit het meerjareninvesteringsplan (MIP) worden niet via deze financiële begroting geautoriseerd, maar separaat ter goedkeuring aan de raad voorgelegd.
Incidentele baten en lasten 2021 - 2024
Kerngegevens 2021 - 2024
Begrotingsrichtlijnen 2021 | |||||
Gegeven | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
Totaal aantal woningen | 20.591 | 20.816 | 21.041 | 21.266 | 21.491 |
Prognose woningbouwproductie | 225 | 225 | 225 | 225 | 225 |
Gemiddelde woningbezetting | 2,42 | 2,42 | 2,41 | 2,41 | 2,38 |
Aantal inwoners | 49.830 | 50.375 | 50.709 | 51.251 | 51.149 |
Aantal éénpersoonshuishoudens | 5.570 | 5.631 | 5.692 | 5.752 | 5.813 |
Aantal meerpersoonshuishoudens | 14.889 | 15.052 | 15.215 | 15.377 | 15.540 |
Toelichting op bovenstaande tabel:
- Uitgangspunt voor het aantal woningen en inwoners is de stand per 1 januari 2020 volgens de Basisregistratie Personen (BRP) van de gemeente Houten.
- Op basis van de woonvisie 2016-2025 moeten in 10 jaar tijd 1.800 woningen worden gerealiseerd. In de eerste 4 jaar (2016-2019) zijn er al 900 woningen gerealiseerd (gemiddeld dus 225 per jaar). Dit gemiddelde wordt ook voor de komende jaren als realistisch beschouwd. Dit is gebaseerd op de ontwikkelingen van afbouw Vinex, kantoortransformaties en de Ruimtelijke Koers Houten 2040.
- Bron voor de gemiddelde woningbezetting is de bevolkingsprognose Gemeente Houten Pronexus maart 2020. Deze bevolkingsprognose wordt eens in de twee jaar opgesteld.
- Door een daling van de gemiddelde woningbezetting van 2,46 naar 2,42 komt het aantal inwoners, op prognose basis, in 2021 weer beneden de 50.000.
- Het verschil tussen het aantal woningen en de som van de één- en meerpersoonshuishoudens betreft vooral de incidentele leegstand van woningen.